Geschiedenis
Het moet voor de Mortelse samenleving een hele verandering zijn geweest toen er een fanfare werd opgericht.
Stel je eens voor: geen tv, geen radio, maar wel een fanfare!!
Wat tot voor kort alleen was weggelegd voor de grotere leefgemeenschappen, werd nu in ons eigen kleine dorpje werkelijkheid.
Het begon allemaal in het voorjaar van 1924.
Toen dhr. A.J.S. Derks en dhr. J.H. Graat op het idee kwamen een fanfare op te richten.
Zij vertelden hun idee aan o.a. Pastoor M. Verhoeven.
Hij vond dit een goed plan.
Al enige jaren werd aan jongens met voldoende muzikale aanleg zangles gegeven.
Ook zei waren heel enthousiast toen zij hoorde van de grootse plannen.
Met een hele dosis moed en met veel vertrouwen werden alle Mortelse huisgezinnen bezocht voor een financiële bijdrage.
Deze collecte vond plaats op 7, 8, 9 en 10 juli in 1924.
Iedereen juichte het plan toe en toonde belangstelling en medeleven met de genomen eerste stap in de vorm van een gift.
Verder werd er ook een loterij gehouden.
Er werd in totaal f. 202,70 bijeen gebracht ( dat is ongeveer 95 euro ) .
Dat was voor die tijd al een fiks bedrag, maar helaas lang niet genoeg om een nieuwe vereniging op te starten.
Een nieuw instrument kostte al zo’n 40 gulden, en dat was toch wel veel geld!
De oprichters lieten het hier niet bij zitten.
Alles werd gedaan om het streefbedrag van f 700,- bij elkaar te krijgen.
In Gemert werden verschillende belangrijke bestuursleden bezocht, en met succes!
Notaris Sprengers kwam over de brug met een bedrag van 95 gulden!
En pastoor Verhoeven deed er nog honderd gulden bij.
Samen met een voorschot van 164,30 gulden en met nog enkele giften
werd het bedrag van f 702,- bereikt..
Financieel was het zaakje dus rond.
De volgende stap was instrumenten kopen, en daar werd natuurlijk niet mee gewacht.
Zo blijkt uit de allereerste historische woorden die op papier zijn vastgelegd :
Op 15 juli werden 15 instrumenten bij de heer M.J.R.L. Kessels te Tilburg besteld
( het 16e werd door A. Derks geschonken), op welke datum men dus de fanfare als opgericht kan beschouwen.
De fanfare koos als patrones St. Lucia, en kreeg zodoende de naam Sancta- Lucia.
Nog in diezelfde maand juli kwam uit Tilburg het bericht dat de instrumenten opgehaald konden worden.
Hiermee brak een belangrijke dag aan.
Het was 24 juli 1924, de dag waarop dhr. Derks met een auto vol instrumenten het
Mortelse dorp binnenreed.
Meteen werden de instrumenten verdeeld, en nog diezelfde avond begon de eerste repetitie.Zo’n gemotiveerde club had natuurlijk ook een goed bestuur nodig :
A.J.S. Derks – president
P. Graat – vicepresident
Lamb. van Zutpen – secretaris
H. Verbeek – commissaris
P. Jacobs – commissaris
J. Graat – directeur
Door dit bestuur werd een reglement opgesteld.
Het werd op de algemene vergadering van 21 oktober 1924 door de leden goedgekeurd.
Met dit reglement werd de leden een behoorlijke discipline opgelegd.
Zo lezen we in artikel 13: leden die zonder wettige reden bij een uitvoering afwezig zijn, de daar opvolgende zondag een boete van f 1,- moet betalen.
En verder stond in het reglement : De repetities moeten gehouden worden in een school of alcoholvrij lokaal.
Waarschijnlijk was men toen bang dat er te veel bier of jonge jenever werd gedronken,
wat een dalend muzikaal peil van de repetities tot gevolg zou hebben.
Oh ja, van het Mortelse kwartiertje wilde men toen ook al af.
Leden die te laat op de repetitie kwamen, moesten namelijk 5 cent boete betalen.
In muzikaal opzicht waren de fanfareleden die eerste jaren even fanatiek als de oprichters van de vereniging.
Het was zeker in het begin behelpen, maar iedereen zette zich voor honderd procent in.
Van overblijfselen van het oude kerkorgel werden primitieve lessenaars gemaakt en de school ( nu constructiebedrijf A. Verbakel ) werd aangewezen als repetitieruimte.
Dat moest toch wel een heel lawaai zijn, want alle muzikanten stonden natuurlijk ijverig met hun klompen mee te tikken op de houten vloer, om niet uit de maat te raken.
Het repeteren gebeurde ook al wekelijks.
Van thuis oefenen had men in die tijd nog geen kaas gegeten.
Tot 1937 hing men na de repetitie de instrumenten dan ook aan enkele spijkers in het repetitielokaal.
De week daarop zag men wel weer verder.
Wat al direct door de Mortelse mensen
gewaardeerd werd, was dat de fanfare,
bij elk feest van betekenis,
present was, en de feestvreugde verhoogde
met haar vrolijke tonen.
Vaak werd de uitvoering van een concert
gekoppeld aan een uitvoering van een toneelstuk,
door de Mortelse toneelclub, hetgeen resulteerde
in prachtige Mortelse avonden.
De optredens bleven niet beperkt tot ons eigen dorp.
Het eerste uitstapje dat onze fanfare maakte, was naar Milheeze,
dus nog niet zo ver van huis.
Maar al spoedig daarop werd de fanfare aangezocht voor de opluistering van een toneeluitvoering in Westerbeek ( d’n Twist ).
Voor de jongens waren dat prachtuitstapjes, in een tijd waarin men maar zelden op”d’n harde weg”kwam.
Ook in muzikaal opzicht ging het goed met de fanfare.
Vanaf de oprichting tot het begin van de jaren 30 ging het steeds crescendo ( vooruit ).
Op 14 augustus 1927 ging het muziekkorps voor het eerst op concours.
Dat was in Ammerzoden.
Het korps behaalde daar in de derde afdeling maar liefst een eerste prijs met lof der jury.
En dan te bedenken dat de vereniging nog maar drie jaar bestond!
Het bleef niet bij dit ene succes.
Een korte opsomming : op het concours in Boxtel werd in 1928 een derde prijs in de
tweede afdeling behaald, deelname aan het concours te Oss in 1931 resulteerde in een tweede prijs in de tweede afdeling. Men nam wel eens postduiven mee op concours,
die brachten de uitslag als eerste naar de Mortel.
Met uitzondering van de oorlogsjaren is ieder lustrum gevierd.
Ter gelegenheid van het 10- en 15-jarige jubileum in respectievelijk 1934 en 1939 werd
een groot festival georganiseerd.
Korpsen uit de wijde omtrek kwamen naar De Mortel om hun muzikale bijdrage te leveren.
Het waren dagen waar Mortelse mensen echt naar toe leefden, en waaraan ze ten volle meededen, als hun portemonnee dit tenminste toeliet.
Want 10 cent entree was niet niks.
De mensen genoten van de muziek.
En mocht het de kinderen onder het publiek wat minder interesseren, dan konden zij zich nog altijd uitleven op de verschillende kermisattracties die speciaal voor deze dagen werden opgebouwd.
Achterste rij v.l.n.rF. v. Bommel J. v. Alphen A. v.d Laar J. Verbakel M. Verbakel D. de Koning W. Megens A. Janssen P. v. Dommelen J. Adriaans |
De rij ervoorH. Manders Anth. Janssen J. de Louw L. v. Zutphen T. Brouwers D. Aerts J. de Koning J. v. Zutphen |
ZittendM. Jansen H. Verbeek A.J.S. Derks Jac.Graat H. Verhoeven J. v. Dommelen |
Al snuffelend in de jaarverslagen en notulen van de vergaderingen uit de jaren dertig,
komen we interessante feiten tegen.
Zo lezen we dat vanaf 1936 het muziekkorps een enigszins uniforme uitstraling kreeg door toedoen van beschermheer dokter Verbeek, die nieuwe petten schonk.
Het eerste optreden in dit uniform was op 4 augustus 1936, de dag waarop een serenade werd gebracht ter gelegenheid van het huwelijk van fanfarelid Lambert van Zutphen.
Ook lezen we in het jaarverslag van de ledenvergadering van 1934 dat Jan de Louw vroeg om iemand anders aan te wijzen voor het opstellen van lessenaars voor de aanvang van de repetities.
Hij had dit tot die tijd gedaan voor 10 cent per repetitie.
Enkele leden vonden dit bedrag overigens aan de hoge kant, en door middel van afmijnen werd het karwei uiteindelijk aanbesteed aan G. van de Heuvel, die dit voortaan zou doen voor 5 cent per repetitie.
Dat sommige fanfareleden niet altijd lieverdjes waren, volgt uit het feit dat na een serenade gebracht te hebben in Vierlingsbeek niet nagelaten kon worden om daar alvast de envelop met inhoud te openen.
De mannen hebben zich toen tegoed gedaan aan schuimend bier en leverworst.
Zoals iedere vereniging kende ook fanfare Sancta – Lucia haar ups en downs.
De jongens van 1924 waren mannen geworden.
De meesten trouwden, of door vestiging elders moesten zij als lid bedanken.
Er werden regelmatig cursussen gegeven door opgroeiende jongens, die na voldoende opleiding toetraden als lid.
Dat steeds wisselen was natuurlijk niet bevorderlijk voor de kwaliteit.
Het was inmiddels oorlog geworden.
Die oorlog leidde ertoe dat op 7 februari 1924 een extra bestuursvergadering belegd
moest worden.
Daarin werd besloten om wegens tijdsomstandigheden de fanfare tijdelijk stil te leggen.
Een dag later werden de leden bijeengetrommeld om hun dit nare nieuws mede te delen.
Verder werd hen op het hart gedrukt om gedurende deze periode goed zorg te dragen voor het aan hen toevertrouwde instrument.
Op 15 maart 1945 werd de fanfare weer opgericht en werd opnieuw
met repeteren begonnen.
De club had er weer zin in.
Het ledental groeide gestaag naar de dertig, en men leefde toe naar het festival van 1949.
Een festival dat onder andere gekenmerkt werd door de huldiging van een viertal bestuursleden van het eerste uur : de heren Derks, Graat, Verbeek en de Louw.
Mensen aan wie we het te danken hebben dat De Mortel een fanfare bezit.
Zij werden onderscheiden met een oorkonde en zilveren medaille.
Ondanks de kou en het gure weer werd het festival een groot succes.
Resultaten van het muziekkorps bleven ook niet uit.
Het duurde nog enkele jaren, maar op 5 mei 1956 wisten de muzikanten in het Belgische Lommel een eerste prijs te behalen in de derde afdeling.
Daarmee was het muzikale peil van 1927 weer bereikt.
Een mijlpaal waarop het muziekkorps verder kon bouwen.
In een op 5 april 1957 gehouden bestuursvergadering werd een eerste aanzet gegeven tot een drumband in De Mortel.
Ook dit keer ging het initiatief uit van dhr. Derks.
In samenwerking met het Mortels Belang werd een comité opgericht.
Dit had in januari 1958 reeds 21 aanmeldingen van aspirant-drummers binnen.
In april 1958 togen leden van het comité op de fiets naar Helmond alwaar zij
de heer Jo de Wit bereid vonden het instructeurschap te aanvaarden.
De eerste repetitie werd gehouden op 28 april 1958.
Nauwelijks vijf maanden na oprichting wisten de Mortelse slagwerkers
veel bewondering af te dwingen tijdens het defilé ter gelegenheid van het koperen ambtsjubileumfeest van burgemeester A.H. de Bekker.
Dit gaf extra stimulans om het jubileumfeest van 1959 nog grootser op te zetten.
Het festival werd uitgebreid met een drumbandconcours.
De drumband kon zich op 14 juni 1959, op het kasteel te Gemert, voor het eerst in uniform vertonen.
Onze fanfare bleef in de loop der jaren groeien in kwaliteit en ledental.
Op 11 juni 1962 werd een eerste prijs met 37 overpunten behaald in de tweede afdeling,
in Sprang-Capelle.
In 1926 werd dezelfde prijs behaald op het muziekconcours in Kerkdriel, maar dan wel met de aantekening Lof der jury.
Het succes was zo overweldigend dat de fanfare op 20 januari nog een keer op het podium mocht verschijnen voor het behalen van de wimpel.
Op 28 januari 1963 werd de wimpel door de Federatie ( onze fanfare was inmiddels toegetreden tot de Federatie van Diocesane Muziekbonden in Nederland )
in een feestelijk versiert Parochiehuis uitgereikt.
Dat gaf reden te meer om in mei van dat jaar de muzikanten uit te dossen
in nieuwe uniformen.
In het begin van die jaren zestig vonden ook enkele belangrijke
commandowisselingen plaats.
Onze oprichter, dhr. A. Derks, overhandigde op 27 mei 1961 namelijk de voorzittershamer aan zijn opvolger, dhr. J. de Louw.
De heer Graat droeg een jaar later ( 1962 ) zijn functie als dirigent over aan dhr. H. van Gerwen, na maar liefst 38 jaar actief te zijn geweest.
Hij heeft er zeker in belangrijke mate toe bijgedragen dat onze fanfare zover kon komen.
Wist u trouwens dat fanfare St. Lucia ook eens op de radio te horen is geweest?
In 1964 werd voor de K.R.O. – microfoon een concert opgenomen voor het programma Musicerende Dilettanten.
In 1967 werd de voorzittershamer wederom overgedragen, nu aan dhr .A. Verploegen.
De jaren 1964 en 1969 werden gekenmerkt door de viering van het respectievelijk
40- 45- jarig jubileum.
Dat betekende weer enkele dagen genieten van vele buiten-Mortelse muziekkorpsen en zangverengingen.
Door de drumbandleden werd op 17oktober 1968 een schitterend resultaat neergezet.
In de derde afdeling behaalden ze namelijk een eerste prijs met promotie.
De muzikale leiding van de drumband was vanaf 1966 in handen van dhr. F. Sterken.
Dat was echter voor korte duur, want eind 1968 werd het leiderschap overgenomen door dhr.L van de Weyer.
Het muzikale succes van de drumband was een reden temeer om het 12 1/2 jarig jubileum, in 1970, uitbundig te vieren.
Dat werd gedaan in de vorm van een tweedaags blaaskapellenfestival op
26 en 27 september.
Het volgende grote drumbandsucces volgde op 17 juni 1973.
Toen behaalde de drumband in Uden wederom een eerste prijs met promotie, maar dit keer in de tweede afdeling.
Het jaar 1974 brak aan, en daarmee ook het gouden jubileum van de fanfare.
De feestdagen waren op 10, 11 en 12 mei.
De eerste feestdag, de vrijdagavond, betrof een groot amusementsgebeuren.
Maar liefst 18 verenigingen en buurtgezelschappen brachten in de vorm van cabaretachtige voordrachten en liederen het jubilerende korps hulde.
Op zaterdagmiddag waren het tien jeugdgroepen die St. Lucia in de bloemetjes kwamen zetten.
Ook zij deden dit in de vorm van voordrachten.
De zaterdagavond stond evenals de zondagmiddag in het teken van blaaskapellen en fanfaremuziek.
Maar liefst 23 muziekgezelschappen brachten tijdens deze dagen hun muzikale hulde aan de jubilerende vereniging.
In 1971 werd het gehele instrumentarium vernieuwd.
Op 7 november 1971 werd een eerste prijs met promotie behaald in de tweede afdeling.
Op 23 januari 1972 wist het korps in Alphen in diezelfde afdeling het kampioenschap te behalen.
Vier jaar later werd een volgend muzikaal succes behaald.
Dat was tijdens het muziekconcours in Lieshout : na slechts vier jaar musiceren in de eerste afdeling promoveerde het muziekkorps naar de afdeling uitmuntend.
Een goede start overigens van dirigent Frans van Zutphen, die vanaf 1975 de muzikale leiding op zich had genomen.
Die concoursdag was voor dhr. van Zutphen des temeer onvergetelijk, om dat hij op die dag ook vader werd van een flinke zoon.
Met de muziek ging het dus goed, maar de uniformen van de leden begonnen door de jaren heen toch al aardig wat te slijten. Er werd een actie op touw gezet, waarbij gemiddeld maar liefst f 70,- per gezin werd opgehaald.
In 1979 kon de fanfare zich dan ook in schitterende nieuwe uniformen vertonen.
Dit was mede mogelijk, doordat vanaf 1976 elke maand oud papier opgehaald werd.
In 1979 werd ook een clubblad opgericht.
Het kreeg de naam De Notendop, en word ieder kwartaal uitgebracht.
1e notendop | 27ste notendop | 100ste notendop |
In 1984 werd het 60- jarig bestaan van het fanfarekorps en het 25- jarig bestaan van de drumband gevierd.
In 1985 waren er een paar commandowisselingen.
Dhr. L. van de Weyer stond na 17 jaar zijn functie als instructeur van de drumband af aan dhr. H. van de Vleuten jr.
Dhr. Verploegen droeg na 18 jaar voorzitterschap de hamer over aan dhr.. van Rooij.
In 1986 werd een uitstapje naar het Duitse Langenberg gehouden, waar werd deelgenomen aan een internationaal muziekfestijn.
Voor een geweldig enthousiast publiek werd door het Mortels muziekkorps een aantal leuke nummers ten gehore gebracht.
Dat buitenlandse uitstapje beviel zo goed, dat in 1988 besloten werd om een uitwisseling te organiseren met het muzikkorps uit het Belgische Grimbergen.
In1990 promoveerde de drumband naar de ere-divisie en behaalde de Wimpel.
In dat jaar werd Jac. Kessels aangesteld als dirigent.
De fanfare weet zich in de afdeling uitmuntendheid zeer goed te handhaven.
Dit is te danken aan de goede teamgeest, die er vanaf het begin steeds is geweest.